Les

Les 2 – Tandjes wisselen

Les Samenvatting

  • Net als mensen heeft een pup eerst een melkgebit dat later wordt gewisseld voor een volwassen gebit.
  • Vanaf 3 maanden wisselen de voortanden en de snijtanden.
  • Vanaf 4 tot 7 maanden wisselen de kiezen en de hoektanden.
  • Laat de dierenarts regelmatig even naar de tandjes kijken of alles goed ontwikkelt.
  • Wil je een tand bewaren dan is het goed opletten en of zoeken.
  • Kenmerken bij het tanden wisselen zijn: Losse tandjes en of missende tanden, meer bijtgedrag, meer kauw- en sloopbehoefte, terugval in zindelijkheid en dunnere ontlasting.
  • Tandjes wisselen kan pijnlijk zijn voor een pup.
  • Iedere pup is anders, de kenmerken hoeven niet bij elke pup tot uiting te komen. Raadpleeg een dierenarts bij diarree.
  • Je kan je pup door de wisselperiode heen helpen door: Verschillende structuur kauwmaterialen en botten aan te bieden, een koud washandje uit bijvoorbeeld de vriezer te geven om op te kauwen, dit werkt pijnverlichtend.
  • Een snuffelspelletje of voertjes zoeken aan te bieden voor wat afleiding en stressverlaging.
  • En zorg voor minder prikkels, in de wisselperiode kan een pup daar gevoeliger voor zijn, doe dus even rustig aan.